Het verhaal van Tenny en Sophia
Het verhaal van Tenny en Sophia
Tenny en Sophia zijn vrijwilligers bij het Cancer Center.
Vrijwillig maar niet vrijblijvend
Sophia
‘Na het overlijden van mijn moeder in 2004 kreeg ik wat meer tijd. Omdat ik een ziekenhuis interessant vind, heb ik me als vrijwilliger bij het UMC Utrecht aangemeld. Ik werk op de afdelingen Oncologie en Hematologie. Ik geef de mensen in de wachtkamer koffie en thee, deel kranten rond, knoop eens een praatje aan. Het is vooral observeren. Kijken of alles goed gaat. In de gaten houden wat iemand nodig heeft. Voorheen kwam ik ook op de kamers. Om de bloemen water te geven, voor een gesprek. Maar dat gebeurt nauwelijks meer, onder andere in verband met infectiegevaar. Patiënten zijn vaak heel kwetsbaar of te ziek.’
Tenny
‘Bij mij ontstond de behoefte aan vrijwilligerswerk nadat mijn man en ik onze zaak hadden verkocht. Ik miste het contact met mensen. Door een brief aan het UMC Utrecht ben ik twintig jaar geleden bij de afdeling Radiotherapie terechtgekomen. Ik ontvang de mensen die voor de eerste keer komen. Dan hebben ze net gehoord dat het niet goed is. Mensen reageren verschillend. Ze zijn in de war, zitten in de ontkenningsfase of hebben een houding van “kom maar op”. Ik let zorgvuldig op de non-verbale communicatie. Als mensen achter een tijdschrift gaan zitten, geef ik ze alleen een kopje koffie. Maar ik blijf in de buurt. Ga aan de leestafel zitten, loop wat rond. Oogcontact is vaak aanleiding voor een gesprek.
Een paar jaar geleden komt er een dame van halverwege de 80 binnen. Totaal overstuur. In tranen vertelt ze dat haar dochter niet met de taxi mocht meerijden, omdat ze het niet vooraf hadden aangevraagd. Vervolgens blijkt ze de enige passagier te zijn. Waar zijn we in deze wereld mee bezig, denk ik dan. Ik geef haar koffie. Ze vindt het vreselijk dat ze nu alleen naar de dokter moet.
Zo’n eerste gesprek is erg belangrijk. Er wordt uitgelegd hoe het traject eruit gaat zien, hoeveel bestralingen je krijgt. Dan is het fijn en nuttig als er iemand bij je is. Twee horen meer dan één. Bovendien is deze dame ook nog eens slechthorend.
Ik beloof haar het anders te regelen. De arts is bereid zijn rooster om te gooien, de dames van de receptie vangen de dochter bij de hoofdingang op. De vrouw klaart helemaal op. Ik blijf totdat moeder en dochter samen de spreekkamer ingaan. Zulke dagen zijn pareltjes.’
Plezier
Sophia: ‘Af en toe heb ik veel plezier met iemand. Het is natuurlijk niet alleen maar kommer en kwel. Humor maakt alles luchtiger. Op een keer zegt een mevrouw die ik overal tegenkom: “Altijd als jij er bent, gebeurt er iets leuks.” Een gouden moment.
Als vrijwilliger weet je niet waarom je iemand niet meer ziet. Mogelijk gaat het goed, maar het kan ook zijn dat iemand is overleden. Soms zie je mensen weer terug nadat het een tijd goed is gegaan. Dat is hard. Zoals die keurig verzorgde mevrouw. Altijd mooi opgemaakt, haar netjes gedaan. Ze komt altijd alleen. Leeft al negen jaar langer dan voorspeld. We maken een praatje. Dit keer zegt ze: “Ik kom voor de laatste keer. Voor pijnbestrijding. Want ik ga dood, we gaan allemaal dood. En ik ben zo blij, want de thuiszorg komt me begeleiden als ik sterf.” Altijd blij en dankbaar. Zoiets raakt me diep.’
Tenny: ‘Het is knap als mensen iets negatiefs weten om te buigen in iets positiefs. Ik ken een man die vijfendertig bestralingen moest ondergaan. Iedere dag stapt hij in de auto, zijn vrouw gaat mee, hij rijdt, eerst bestralen en daarna samen een eind wandelen. Onderweg drinken ze ergens koffie. Hierdoor hebben ze het gevoel dat ze er een gezellige dag van hebben gemaakt. Hij is er goed doorheen gekomen.
In gesprekken met patiënten probeer ik te benadrukken dat kanker niet voor iedereen een verloren zaak is. Hoe vreselijk het nieuws ook is en hoe zwaar het traject ook kan zijn: probeer iedere dag de mooie momenten eruit te halen! Het vrijwilligerswerk heeft me een ander mens gemaakt. Het helpt relativeren.’
Sophia: ‘Ik voel een bepaalde verantwoording. Het is vrijwilligerswerk, maar het is niet vrijblijvend. Als ik bijvoorbeeld op vakantie ga, plan ik het soms zo dat ik rechtstreeks vanuit het ziekenhuis naar Schiphol ga. Zodat ik die ochtend toch nog kan meepikken. Elf jaar geleden had ik nog een drukke baan en nu is mijn leven ook gevuld met werk en opleiding. Toch vind ik het van belang een steentje bij te dragen aan de maatschappij.’
Disclaimer
In de verhalen van zorgverleners komen patiënten voor. Om hun privacy te beschermen zijn soms aanpassingen gedaan aan de beschrijving van de personen of hun omstandigheden.